Unsealed road ahead
Door: Marc
Blijf op de hoogte en volg Marc
29 September 2010 | Australië, Sydney
Hier kon ik eindelijk de off-road capaciteit van mijn Landcruiser testen, en ik mag wel zeggen: petje af!
Zonder morren de steilste hellingen op en af.
Ik kwam onder de brug door, waarvan ik aardige foto's heb kunnen maken.
Gelukkig kon ik in Bourke een hotelletje vinden met een open wifi, zodat ik op de stoep kon internetten.
Momenteel zit ik in een roadhouse in Tibooburra, bijna in de NW-hoek van NSW. De benzinetanks zitten weer tjokvol, samen goed voor 165 liter. Dus voorlopig kan ik weer vooruit. letterlijk.
Mijn plan is straks nog de grens met South Australia over te steken, en de Strzelecki Track naar het zuiden te nemen. Dan via een omweg weer naar net noorden, naar Alice Springs.
een paar dagen later.....
Vanaf Bourke in NSW begon de onverharde weg richting Cameron Corner, de hoek van de staat New South Wales, en de grensovergang naar South Australia (SA). De kleuren in het landschap waren overweldigend mooi. Vele veldbloemen en struiken staan in bloei na de regenval van vorige maand. Ook de kleuren van de track variëren van bijna wit en geel tot diep rood. Heel bijzonder.
Het plaatje Tibooburra is de laatste waar je kunt tanken, dus daar heb ik alle tanks volgegooid, tegen $1,50 per liter. Ook heb ik daar een ansichtkaart voor Rob en Cathy op de bus gedaan.
Van de vele kangoeroe’s op het eerste deel van dit traject, lag het grootste deel helaas als lijk op de weg. Aangereden in de schemering.
Omdat de afstand nogal groot is en omdat ik liever niet in get donker wil rijden op een zandweg, heb ik op tijd mijn TLC aan de kant gezet, of eigenlijk de weg af gereden tot ik tussen twee bomen stond, zodat ik daar mijn hangmat kon ophangen. Ik heb snel wat brandhout verzameld en een vuurplaats gemaakt, die ondanks de wind geen omliggend gewas in brand zou zetten. Na het eten heb ik sprakeloos in mijn hangmat naar de sterren liggen kijken. Waanzinnig hoeveel je hier kunt zien. Langs de hele hemel zag ik de Melkweg lopen, prachtig! Het eerste deel van de nacht heb ik in de slaapzak in de hangmat geslapen, totdat het te koud werd. Toen ben ik in mijn bedje gekropen.
De volgende ochtend de boel weer opgeruimd, ontbeten en de thermoskan gevuld voor onderweg, en nog net in het schemer vertrokken. Nu waren de Skippies talrijk en in levende lijve te bewonderen. Ze blijven soms hele lang op de weg zitten zodat je steeds gaat toeteren om ze weg te jagen. Na de grensovergang kwam ik op een stuk met allemaal kleine heuvelruggen, die precies dwars op de route lagen, dus ik moest ze allemaal over. Het hele landschap is gevormd door de beweging van het water. Mooi afwisselend. Van dit stuk heb ik vooral erg genoten tijdens het rijden.
De verbindingsweg tussen Bourke en de Strzelecki Track is dus een aanrader.
Toen ik eindelijk op de S.Track aankwam, was het al laat. Ik besloot om nog 50 km langs de track naar het ziuden te rijden, voordat ik weer een kamp opzette. Hier heb ik gewoon vlak langs de weg gestaan, het is toch overal kaal. Ik zit nu echt in een woestijn, dat merk je. Wel weer veel bloemen in bloei, dus toch heel mooi, vooral met avondlicht. Op dit stuk weg kom je bijna niemand tegen, dus zwaai je naar elk voertuig. Een eind zuidelijker kon ik kiezen om boven de Northern Flinder Range langs te gaan of juist aan de zuidkant langs. Die laatste route leidt door een stuk National Park en heeft achteraf geen slechte keuze gebleken. Wel heel erg verlaten, dus toch een beetje eng, maar gelukkig hield de TLC zich prima en gaf me steeds meer vertrouwen in het alleen reizen. Onderweg zie je veel bordjes met daarop een (plaats)naam en daarachter H.S. Het heeft me even gekost voordat ik had uitgevogeld dat dit staat voor Historical Site. Ofwel een stukje geschiedenis, zeg maar open-lucht-museum. Meestal niet veel meer dan wat ruïnes met een informatiebord.
Wel waren er nog enkele mijnwerkersdorpjes onderweg, waar men o.a. naar kopererts zoekt. Toen ik bij zo’n gat in de grond ging kijken bleek dat ze vol water stonden...
Na deze omweg kwam ik dus via een leuk National Park met gorges (kent u dat woord?) uit op de Old Ghan Rail Route, bij het plaatsje Copley. Deze gaat naar Marree en gaat dan over in de Oodnadatta Track. Nog ten zuiden van Marree heb ik overnacht in de ghosttown Farina, waar een schattige camping was, zonder veel voorzieningen maar wel een houtgestookte douche! Leuk. Je moest zelf een vuurtje maken onder een groot vat met water, waar omheen een soort steenoven was gebouwd, zodat de warmte lang bewaard bleef.
In Marree probeerde ik eindelijk mijn ID-check te laten doen bij de plaatselijke politieagent. Die check heeft de RTA (voor uitgifte kentekens) nodig voor het op naam zetten van de auto die ik kocht.
Helaas bleek dat de agent die dag geen dienst had... Hij verwees me door naar de collega in Marla. Die paar dagen extra vertaging zou geen probleem zijn. Ok, dan.
Dan ga ik maar beginnen aan de Oodnadatta track, waar ik veel ophef over heb gehoord en gelezen. Wat ik in eider geval leuk vond, is dat de track vlak langs Lake Eyre South loopt, waar voor het eerst in 20 jaar weer eens water staat. Ook dit weer vanwege de heftige regens van vorige maand. Toen ik water zag ben ik van de weg af gegaan en heb de TLC richting de oever gestuurd, zo’n 1,5 km verderop. Ik kwam op witte, droge modder terecht en dacht dat het verstandig zou zijn om eerst even te voet te verkennen of het niet te zacht wordt. Het bleek dat 10 m verder de grond onder de korst van een cm al te zacht was om op te lopen, laat staan te rijden. Achetr me kwam nog een Toyota aanrijden, met een oudere man aan het stuur. Hij stopte eerder maar kwam te voet verder, hij liep tot in het water, terwijl ik foto’s maakte. Toen hij terug kwam maakten we een praatje. Hij zei dat dit voor hem heel bijzonder was, omdat hij nu een van de weinige mensen zou zijn die zijn voeten nat maakte in Lake Eyre.
We wisselden email-adressen uit en ik beloofde hem dat ik de foto’s zou sturen die daarvan het bewijs vormden.
Een stuk verder langs de track is een weg die leidt naar Halligan Bay, een baai van het grote meer. Daar is mogelijkheid tot vrij camperen. Dat leek mij ook wel bijzonder.
De weg ernaar toe is echter 65 km lang en erg slecht, veel “wasbord”. Nou ja, niet zeuren, je bent hier nu toch, maak er dan wat van!
Het bleek dat ik niet de enige was met dit originele idee, want er stonden al diverse Toyota’s op het duintje geparkeerd, het meer overkijkend. De zonsondergang was heel kleurrijk en er werd driftig gefotografeerd door de aanwezigen.
Jammer dat het ’s avonds erg hard begon te waaien en dat hield aan tot ver in de volgende dag. “s Morgens stonden er witte kopjes op de golven! Op een zoutmeer.
Ik heb gauw mijn voeten nat gemaakt (!) en ben vertrokken.
De rest van de Oodnatdatta track was eigenlijk niet zo bijzonder, behalve dan dat het bijzonder saai was. Ik heb dan ook de resterende 480 km in één dag gereden. In Marla kom je binnen via een groot Shell-tankstation, met het roadhouse/store ernaast. Daarachter is de camping. Yeah, douchen!
Nu moet ik dus de Politie zoeken en vooral een wifi-verbinding, anders kan ik dit verslag niet posten...
Morgen wil ik richting Uluru (Ayers Rock), hopelijk voor de weekenddrukte. Het is inmiddels al vakantie en dat merk je op de Stuart Highway, want het wemelt van de caravans en vooral de “bush”vouwwagens achter Landcruisers. Stoer.
In het volgende bericht sta ik op Uluru. (hoop ik)
-
29 September 2010 - 12:05
Evelien:
Hey marc,
Alles goed?
Hoop dat je het mooi hebt. vast wel.
heel veel succes. en ik blijf je volgen via de site =)
Liefs je nichtje.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley